Sascha van Rooijen is moeder van vier kinderen en woont in Zeist. Zo nu en dan begeleidt ze dialogen bij Utrecht in Dialoog.
Veel enthousiasme
“Ik ben enthousiast over jongerendialogen en zet me er graag voor in,” zo vertelt Sacha. “Verder houd ik me in mijn werk bezig met energie en klimaatbeleid en ik doe promotieonderzoek naar spiritualiteit, leiderschap en duurzaamheid.”
“Ik draag graag een steentje bij aan Utrecht in Dialoog; belangrijk en leuk om te doen. Bij toeval heb ik ooit een jongerendialoog begeleid. Ik zit altijd met heel veel ontzag voor de deelnemende jongeren aan tafel. Jongeren tussen de 16 en 23 à 24 jaar. Ze kunnen dat van nature heel erg goed, luisteren, dicht bij zichzelf blijven en respectvol bevragen.”
“Meestal leg ik een minuut of tien uit wat de bedoeling is, daarna loopt het als een trein. Inhoudelijk hebben jongeren zo’n scherp zicht op de maatschappij, het zijn heel wijze mensen. Ik heb aan tafel gezeten met jongeren in de wijk, op ROC’s en Hogescholen. Fantastisch hoe zij naar de samenleving kijken.”
“Door de dialoogvorm worden deze gesprekken menselijk, persoonlijk en klinkt er zoveel kracht in door. Ze hebben vaak al veel achter de kiezen maar gaan ervoor. De reden dat ik het belangrijk vind is dat jongeren eigenlijk zo weinig stem hebben. Het is voor hen heel moeilijk om stages en werk te krijgen. Er zit zo’n kloof tussen hun wijsheid en de invloed die ze hebben. Daar denken wij wel over na; hoe kun je ervoor zorgen dat jongeren die in de knel zitten een meer gelijke behandeling krijgen. We vullen op het ROC drie woensdagmiddagen om de maand met een middagprogramma. Daarin kun je meer doen dan in één mooi gesprek.”
Het brengt begrip en je deelt de kracht
“Onlangs nog hadden we dialogen over armoede en schuld. Daar zit zoveel achter; taboe, familieschaamte. En dat ze dan ervaren dat ze niet de enige zijn! We hadden het goed voorbereid, met ervaringsdeskundigen die zelf vertellen. Dan zie je een jongen van begin 20 met tranen in de ogen luisteren naar een verhaal van een meisje. Dat levert zo’n verademing op, zoveel herkenning. Het brengt begrip en je deelt de kracht. Het is echt bevrijdend, ik zou zelfs durven zeggen helend om zulke lastige thema’s bespreekbaar te maken. Ook een onderwerp als discriminatie of leven in meer dan een cultuur. Het grootste geschenk dat je iemand kunt geven is aandacht, wordt wel eens gezegd. Daar geloof ik helemaal in!”
Dat hebben ze straks nodig
“Het is zo mooi dat we goede ingangen hebben om dialogen op scholen te houden. Het levert enthousiasme en het is ook een vaardigheid. Ik hoor wel dat docenten er een beetje bang voor zijn. Het zou mooi zijn als de deur vaker wordt opengezet. Dat het standaard in het curriculum op scholen zou worden opgenomen.
Ik verbaas me erover dat jongeren nog steeds zoveel moeten stampen op school en dat er zo weinig wordt gesproken in dialoog. Dat hebben ze straks nodig in een multiculturele samenleving. Op middelbare scholen gebeurt dat heel weinig. Het zou trouwens ook geweldig zijn als moeders en vaders elkaar spreken over hoe we ervoor kunnen zorgen dat kinderen zich kunnen wortelen in deze maatschappij, dat er respect is, en ruimte om gelijkwaardig mee te kunnen doen. Ik zou willen dat het gewoon wordt om op basis van ervaringen met elkaar te praten; dat het zichtbaar is. Ook zou het mooi zijn als er op sociale media meer dialogisch gecommuniceerd werd in plaats van schreeuwerige discussies, elkaar vliegen afvangen en scoren met oneliners. Ook in het publieke domein zou het geweldig zijn als er vaker de ruimte is voor echte dialoog.”
Als een completer mens naar huis
“Ik blijf dialogen mee helpen opzetten en begeleiden. Zodat alle deelnemers elke keer als meer mens naar huis kunnen gaan. Want als het gesprek je heeft geraakt, en je hebt door de ogen van zeven andere mensen gekeken, dan ga je als een completer mens naar huis. Bij het dialoogfestival vind ik het ook heel leuk om te kijken wat voor dialoogvormen er zijn en wat de ervaringen van anderen zijn daarmee. En wij delen natuurlijk ook graag onze ervaringen met jongerendialogen.”