Een dialoog met dieren, kan dat? Ja zeker. Utrecht in Dialoog organiseert dialogen met Utrechters van vele achtergronden. Vrolijke viervoeters en pluizig tuig niet uitgesloten. En wat is een beter moment om een boom op te zetten met en over dieren dan Dierendag? 4 oktober was ik dus bij de dialoog over dieren en mensen, als lid van de Franciscaanse Beweging. In stadsboerderij Griftsteede.
Dieren en mensen
De schemer valt snel, donkere wolken hangen boven het lapje stadsgroen en regen dreigt. Tien stadsgenoten trotseren het herfstweer en schuiven aan een warme houten tafel. Een gemêleerd gezelschap. Dat ziet Wilma de Buck, begeleider van de dialoog en spil achter de organisatie graag. Ze heeft oranjerode placemats neergelegd voor de deelnemers. Daarop staan de principes van het dialogiseren. Medjouldadels en mandarijnen liggen voor het grijpen. Kannen heet water staan op tafel met een schoteltje theezakjes, voor elk wat wils. Wie iets anders belieft, tapt een kopje uit een automaat.
Tegen een van de bakstenen muren, die mij een knus en warm gevoel geven, staat een bak met ratjes. Die krijgen een overdosis aandacht van de jongste deelnemer. Elf jaar is ze, overtuigd vegetarisch en, net als Greta Thunberg, weet ze haar ouders daarin mee te nemen. Een dan, vooralsnog. Haar moeder. Meteen een mooi aanknopingspunt om een gesprekje over culturele én genderverschillen met betrekking tot de dier-mens relatie te starten. Leuk, maar te vroeg. Een dialoog kent structuur, en die volgen we.
In gesprek over en met dieren
Akte 1: introducties. Het voorstelrondje begint bij de eregast: Poeh. Soort: hond. Ras: krullerige korthaar. Kleur: strogeel. Hij heeft zijn baasje meegenomen. Het is een mooi stel, typerend voor de warme vriendschap tussen hond en mens. Ik sluit het rondje af met enkele verhalen over Franciscus, dierenliefhebber per excellence. De huidige paus heeft zich vernoemd naar de eco-heilige. Van het beschermen van dieren en de aarde maakt hij zijn kerkelijke core business, en dat vieren we.
In het volgende deel van de dialoog delen we onze ervaringen met dieren, onze liefde, onze fobieën. Er komt ook wat onverschilligheid langs: ‘Ik wil geen gesprek over insecten hoor. Als het te lang over microben gaat, dan ga ik naar huis.’ Die paardenpartijdigheid vraagt om een kleine interventie. In een dialoog mag iedereen mag zijn eigen verhaal delen. En soms moet ik zelf op m’n tong bijten. Word ik enthousiast, wil ik iets toevoegen of opmerken. Maar de dialoog is vooral een uitnodiging om te vragen. Door te vragen ontdek je dingen die je nog niet weet. Het is een hele kunst. Een die ik oefen naarmate het kobaltblauw van de hemel overgaat in antraciet.
Om het thema van de avond recht te doen, gaan we ook in gesprek met de dieren van Griftsteede. Het gaat tenslotte om een dialoog mét dieren. We verruilen de warme zaal voor de frisse stallen. Koeien, bokken, kippen, konijnen, cavia’s, muizen, varkens en een ouwe dove kat zijn vaste bewoners. We maken contact. Dat moet natuurlijk gefilmd. Ik praat tegen een roze joekel van een varken. Er wordt terug geknord, blijkbaar als antwoord op mijn poging tot gesprek. Ik aai het liggende dier, geen idee of ik nu met een beer of zeug communiceer. Ik voel en zie de stugge haren en denk aan verfkwasten en schoenborstels. Ik mag het beest wel. Lang leve het varken. Ik ben blij dat ik geen bacon-eter ben. Verderop zie ik een haan geaaid worden. En de bejaarde kater zich rotschrikken. Doof als ‘ie is, had hij de goedbedoelde liefkozing niet horen aankomen. Iedereen lijkt het verder naar d’r zin te hebben.
Achteraf pas vroeg ik mij af of wij geen grove inbreuk maakten op het nachtritme van de dieren. Met z’n tienen treden we luid binnen, enthousiast. We verrasten de dieren ongevraagd met fel tl-licht. En begonnen we ze ongevraagd te strelen, aaien en toekakelen. Slaap lekker.
Dromen en daden
Na het onderonsje met de dieren volgen nog twee delen van de dialoog. In deel 3 delen we onze dromen over een wereld met dieren. ‘Een wereld waarin onze kleinkinderen nog een levende olifant kunnen zien, niet alleen een plastic replica.’ De dromen die worden gedeeld zijn stuk voor stuk groot. Over een mooiere, groenere wereld, met blije, vrije dieren. Een van de deelnemers deelt nog wat dierengedichten van Toon Hermans. Licht van aard. Eenvoudig. Teder. Ik voel een sterk verlangen in de groep, en een begrijpelijke sombere toon. En genegenheid voor deze onbekenden, die net als ik proberen grotere steentjes bij te dragen. Daarover praten we in het laatste deel van de dialoog. De leidende vraag is: Wat ga jij doen om je droom te realiseren? Nu ben ik ervan overtuigd dat ik al heel wat doe om dier en aarde te helpen, maar toch voelt het spannend, deze vraag. Want juist nu is het welkom dat iedereen een extra steentje bijdraagt, voel ik. Met het beantwoorden van deze laatste vraag is het format van de dialoog doorlopen.
We wisselen nog kort uit wat we meenemen van de dialoog. Het is leuk om te horen hoe anderen het gesprek hebben beleefd. Maar ik vertrek nog even niet. Een groepje mensen blijft verhalen delen. Lang niet meer in dialoogstijl, merk ik. Van binnen grijns ik. Hoeveel van de dialoogwijsheid neemt iedereen mee in z’n dagelijks leven, vraag ik me af? Misschien wel meer dan ik vermoed. Rare dieren, die mensen.
Johan Aanen, oktober 2019